19 september 2015

21e eeuwvaardigheid: Leren faken

Deze week verscheen het OESO-rapport Students, Computers and Learning. Te kort samengevat: computers blijken niet het wondermiddel te zijn waar veel iPad-, laptop-, en  anderszins digitale scholen ze voor houden.
Fijn dat onderzoek dit bewijst. Doorlopende leerlijnen gegoten in strak geprogrammeerde instructie, waarbij de leraar op zijn scherm ziet hoe het met leerlingen gaat: daarvoor gaat geen hond het onderwijs in, daar wordt geen leerling blij van. Het leereffect is er ook alleen maar binnen die computeromgeving.
De computer maakt van geen enkele leraar een goede en iedere leraar die vervangen kan worden door een computer moet vervangen worden door een computer, maar als een goede leraar bewust kiest voor het middel computer kunnen zijn leerlingen en hij daar veel plezier en profijt van hebben.

Oeps

In het hoofdstuk How students' use of computers has evolved in recent years stond niks over het volgende verschijnsel. Ik bezoek veel lessen, ook in scholen met apparaten en ik zie dat leerlingen een geheel nieuwe toepassing van hun computer ontdekken: je kunt faken dat je leert en zo je leraar tevreden/ voor de gek houden.
Een veelgebruikte legitimering van computers in de klas is dat je de wereld je les binnen kunt halen, dat leerlingen eigen wegen kunnen bewandelen, eigen interesses kunnen toevoegen, eigen invalshoeken kunnen bestuderen, niet beperkt door de boekentekst.
Vorige week bezocht ik geschiedenislessen. De leraar gaf met een inleidende presentatie (mooi) inzicht in de industriële revolutie. Daarna gaf hij de opdracht om in 20 minuten een aspect verder uit te diepen: transport, gezondheid, arbeid, demografie en economie.
De groepen gaan aan het werk en hebben in 2 minuten een bevredigende verdieping (WikiKids!) gevonden. De overige 18 minuten zijn voor facebook, Youtube en een gekkegezichtenapp op de iPhone.
De presentaties voor de klas zijn oké, volgens de leraar. Hij stelt wat vragen die niet beantwoord kunnen worden en vult zelf aan. 
Zijn collega deed geen presentatie vooraf maar liet zijn leerlingen de aspecten in een PowerPoint toelichten. Ze kregen 2 lesuren de tijd (2 minuten info opzoeken, 5 minuten PPT maken) voor de voorbereiding, een lesuur was presentatietijd. De presentaties waren zeer oppervlakkig volgens de leraar.
Met beiden deze lessen nabesproken en beiden waren ontevreden over de diepgang en het rendement van deze lestijd.

Oplossing

Deze leerlingen werden weggestuurd met een opzoekopdracht. Peanuts. En SAAAAI. En een belediging voor intelligentie (het ging hier om examenklassen havo).
De oplossing voor een klas die zich (in dat geval) wel wil inspannen: neem je leerlingen serieus en stel eisen aan het denkwerk. Een antwoord vinden op een vraag is niet meer interessant: binnen 15 seconden beantwoordt de gemiddelde puber iedere kennisvraag.
Hogereordeleren vraagt om vragen die leerlingen laten evalueren, beoordelen, speculeren, uitvinden, aantonen, toepassen, vergelijken, ontwerpen en ga zo maar door.
In dit industriëlerevolutieverhaal was een mogelijke opdracht: Stel jullie regeren ten tijde van de industriële revolutie. Welke andere keuzes zou je kunnen maken om het leven van de mensen in die tijd te verbeteren?
Ook nu kunnen je leerlingen internet als bron raadplegen, maar hun persoon wordt ook belangrijk. Deze (groeps)opdracht kan voor iedereen hetzelfde zijn, de uitkomsten zullen dat niet zijn. Bij het beoordelen van elkaars ideeën pak je weer leerwinst doordat kinderen voor de 3e keer na gaan denken. Want beginnen met een mooie frontale inleiding moet je vooral doen. Dat is ook de lol van lesgeven, natuurlijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten